(over het parcours van de parade):
Misschien is er nog een andere mogelijkheid voor een Zinneke-parcours en dat is richting Molenbeek. Je kan er het kanaal volgen, of zelfs, maar dan ga je al een fameuze stap verder, alles op drijvende platforms op het kanaal zetten. Dat lijkt me nog een heel schoon evenement. Er is ook een reden om dat te doen. Brussel, St-Gillis, Elsene zijn gemeentes waar het relatief goed gaat, er wordt gewerkt aan de stad, er wordt gepoetst, het gaat vooruit, terwijl een gemeente als Molenbeek in mijn ogen elke ruggensteun nodig heeft die je ze maar kunt geven. De manier waarop die buurt rond het kanaal, op enkele uitzonderingen na, tot nu toe is aangepakt, is schrijnend, dat getuigt van geen enkele visie. Er is geen sprake van een algemene coördinatie. Als je Brussel als een grootstad bekijkt, dan loopt dat kanaal door het midden van de cirkel. Waarom zou je nu proberen van nog eens een centrum in het centrum te maken met de blootlegging van de Zenne. Beschouw gewoon het kanaal als centrum en dan is uw huidig centrum nu - St-Gillis, Elsene, Schaarbeek - dat is dan uw ene helft van Brussel, maar Molenbeek en al de rest is dan uw andere helft, en als je zo je epicentrum verlegt, krijg je ook direct een heel andere dynamiek en heel andere prioriteiten. Misschien is het organiseren van zo'n traject daar een impuls voor.

(over de deelnemers aan de accordeon-workshop):
Leerlingen hebben altijd schrik om iets te brengen. Als je een nummer twintig keer gerepeteerd hebt, heb je zoiets van 'nu speel ik het gewoon, of dat daar nu links of rechts nog iets aan mankeert'. Dat was voor iedereen het grote voordeel. Ik denk dat iedereen die daar achteraf uitkwam, wel kan zeggen 'nu heb ik echt wel iets meer métier'. Dat is gelijk aan, bij wijze van spreken, twintig lessen. Je werkt veel harder, je bent veel harder gemotiveerd, je bent verplicht om te spelen. Die fanfare stopt niet als jij een foutje maakt. Dat gaat gewoon rechtdoor.

(sur le parcours de la parade):
Une autre tracé que l'on pourrait imaginer pour la Zinneke, c'est un parcours en direction de Molenbeek. Il longerait le canal et, est-il permis de rêver, l'on pourrait tout disposer sur le canal avec des plates-formes flottantes. Ce serait un bel événement. Il y a d'ailleurs une bonne raison pour le faire. Bruxelles, Saint-Gilles et Ixelles sont des communes où il fait relativement bon vivre, elles sont entretenues et nettoyées, les progrès sont flagrants, tandis que pour une commune comme Molenbeek, tout soutien est le bienvenu. A quelques exceptions près, l'aménagement des abords du canal ne relève d'aucune vision globale. Il n'existe aucune coordination générale. Si l'on considère Bruxelles dans son ensemble, comme une métropole, le canal traverse le milieu du cercle. A quoi bon alors d'essayer de déterrer la Senne afin de recréer un centre dans le centre? La ville divisée en deux parties avec le canal en son centre vous donne une première moitié composée par le centre actuel - Saint-Gilles, Ixelles, Schaerbeek - et Molenbeek ainsi que les autres communes dans l'autre moitié. 
Ce déplacement de l'épicentre apporte du coup une toute autre dynamique et des priorités différentes. Un nouveau trajet pourrait donner un sérieux coup de pouce à ce projet.

(sur les participants à l'atelier d'accordéon):
Les élèves redoutent toujours le moment de se confronter au public. Après avoir répété le même morceau une vingtaine de fois, souvent la réaction est du genre 'allons-y maintenant, même s'il y a encore ça et là quelques imperfections'. Tout le monde a pu profiter de cette situation. Je pense que tous ceux qui ont vécu cette expérience peuvent affirmer avoir acquis un peu de métier. L'expérience équivaut, disons, à une session de vingt cours. On travaille plus dur, on est plus motivé et on est obligé de jouer. Car la fanfare continue sans se soucier de tes petites erreurs. Elle ne s'arrête pas en si bon chemin.